top of page

"God is getrouw ..."

1Kor.1:9

Gebed om Herleving

"God is getrouw ..."

1Kor.1:9

Gebed om Herleving

"... Die het ook doen zal"

1Thess. 5:24

Diversen / Sabbat / Kerkvaders

​

 

Kerkvaders over de Sabbat

​

“Doet hierbij de praktijk van de gemeenten van Christus, van der apostelen tijden af tot op deze dagen toe. Neemt tot een staaltje dit getuigenis van kerkleraren, die kort na der apostelen tijden hebben geleefd.
    

Irenaeus, Adv. Hæres. Lib. 4, cap. 31. God heeft de woorden van de tien geboden door Zichzelf gesproken, en daarom blijven zij bij ons, welke door Christus’ komst in het vlees noch vermindering, noch ontbinding ontvangen.

   

Basilius noemt de dag des Heeren 'de Sabbat'. Epis. ad Cæsar. Pater.
    

Epifanus, Hæres. 51. De eerste Sabbat is die, welke van God van den beginne is besloten, en belast in de schepping der wereld, welke van die tijd af (merkt wel!) tot nu toe, in de omloop van de zeven dagen nog duurt
    

Athanasius, de Senin. Eertijds was bij de ouden de Sabbat in groter ere, welke heerlijke dag de Heere Jezus verandert heeft in de dag des Heeren
    

Eusebius. Christus heeft belast aan alle mensen, die in de wereld zijn, te water en te land, dat zij op één dag in de week tezamen zullen komen
    

Augustinus. Epist. 3 ad Magn. De apostelen hebben de dag des Heeren ingesteld in plaats van de Sabbat der Joden.

Serm. de Temp. 251. Men moet weten, dat het niet alleen geboden is van onze heilige voorvaders, maar van God Zelf, dat wij rusten moeten op de dag des Heeren
    

Justinus de Martelaar. Orat. ad Aut. P. Op de dag, die de Zondag genaamd wordt, geschiedt er een samenkomst van allen
    

Chrysosthomus in Gen. Hem. 10. Deze leer heeft God ons nu al van den beginne bekendgemaakt, ons lerende, dat in de omloop van een week, een gehele dag moet afgezonderd worden, en besteed tot een geestelijk werk
    

Constantinus Magnus. Teste Eusebio in vita constantini, lib. 4. 18, gaf dit bevel : Laat de gehele ziel op die dag bezig worden gehouden in de dienst Gods, en dat men ruste van het marktwerk, van recht en pleiten, en van het werk der ambachtslieden

 

De eerste Christenen waren ook zeer consciëntieus in het heiligen van de sabbat, en gelijk aleer de sabbat een teken was, dat God de Joodse kerk heiligde en tot Zijn volk opnam, zo was de sabbat ook onder de eerste Christenen zodanig een teken. De Heidenen loerden op die dag om de Christenen te achterhalen; en als zij iemand gevangen hadden, zo werd gevraagd: of hij de dag des Heeren ook gehouden had? Waarop zij dan kloekmoedig antwoordden: Dat zij Christenen waren, dat zij de dag des Heeren door een gevoegelijke godsdienstige ijver hadden onderhouden, omdat men niet mocht nalaten die dag te onderhouden. Baron A. 303. N°. 37.” 

 

 

Uit de Redelijke Godsdienst,  Wilhelmus à Brakel
De Banier

bottom of page